Home

Jaarrekening

Voorziening

Voorziening afval

Doel:

Het vastgestelde beleid achter deze voorziening is, dat de besteding geoormerkt is voor de functie afvalstoffen. Op basis van het gehanteerde beginsel van een 100% kostendekkende heffing voor de inzameling en verwerking van afvalstoffen moeten de vrijvallende middelen via deze voorziening terugvloeien naar de burger in de vorm van een lagere c.q. minder snel stijgende afvalstoffenheffing. De ondergrens van deze voorziening is vastgesteld op € 500.000 (cf. PPN 2014-2017).

Voorziening

Doel

Besluit

Begroting 2023

Rekening 2023

Bestedingen na 2023

Stand per 1 januari 2023

2.712.168

2.712.168

Toevoegingen

Meevaller in 2023

7.3.1

Berap 2023-2

339.270

328.987

Totaal toevoegingen

339.270

328.987

0

Onttrekkingen - bestedingsrechten

Vrijval i.v.m. resultaat 2022

7.3.1

Berap 2023-2

750.000

750.000

UItbreiding kwijtscheldingsbeleid

7.3.1

RB 28-11-22

69.397

0

Proef kleinere inworpopeningen

7.3.1

RB 03-04-23

120.000

57.054

Diverse aanvragen

7.3.1

Berap 2023-1

275.085

212.864

Hogere bijdrage GBLT

7.3.1

Berap 2023-2

36.000

36.000

Correctie obv tarievennota

7.3.1

Tarievennota 2023

10.685

0

Totaal onttrekkingen

1.261.167

1.055.918

0

Stand per 31 december 2023

1.790.271

1.985.237

0

Toelichting:

Onttrekkingen
In 2022 was er een dotatie van € 750.000 gedaan uit de gemeentelijke middelen aan de voorziening ten behoeve van het verwachte tekort op de exploitatie van afval doordat de afvalstoffenheffing in 2022 niet kostendekkend was. Dit tekort viel in 2022 mee. De dotatie was daardoor achteraf bezien niet nodig. Daarop is in Berap 2023-2 voorgesteld en tijdens het Najaarsmoment besloten om deze dotatie weer te onttrekken en vrij te laten vallen ten gunste van het resultaat van 2023.

Daarnaast is er meerdere malen een beroep gedaan op de voorziening doordat er zich onvoorziene kosten voordeden die nog niet bekend waren bij de opmaak van de begroting 2023 en de vaststelling van de afvalstoffenheffing in de Tarievennota. Het gaat hierbij om uitbreiding van het kwijtscheldingsbeleid, de proef voor kleinere inworpopeningen, diverse aanvragen in Berap 2023-1 die nog te maken hadden met het GGP en hogere kosten van GBLT. Als laatste was er per abuis een verschil ontstaan tussen de Tarievennota en de begroting, welke als nog gedekt moest worden door de voorziening.

Het aantal kwijtscheldingen ligt een stuk lager dan begroot. Er hoefde geen beroep gedaan te worden op de voorziening. De kosten voor de proef voor kleinere inworpopeningen heeft daarnaast minder gekost dan begroot. Er worden nog wel kosten verwacht in 2024. Het effect hiervan op de voorziening wordt met Berap 2024-2 bekeken. De diverse aanvragen zijn iets lager geworden dan begroot. De kosten voor GBLT liggen daarentegen wel hoger dan begroot en dus moest er een beroep worden gedaan op de voorziening. De onttrekking aan de voorziening ten aanzien van het verschil tussen de Tarievennota en de Begroting 2023 was uiteindelijk niet nodig. Al met al zorgt dit voor een onttrekking van € 305.918.

Toevoegingen
Los van bovengenoemde onttrekkingen aan de voorziening en bijbehorende lasten, lagen de uiteindelijke lasten lager dan de baten.
Dit resulteert in een toevoeging aan de reserve van € 328.987. Dit is iets lager dan de verwachte dotatie met Berap 2023-2.

Stand per 31 december 2023
Per saldo betekent dit dan de stand van de voorziening daalt met € 726.931 naar € 1.985.237.

Deze pagina is gebouwd op 07/11/2024 15:26:05 met de export van 07/11/2024 15:11:48