Renteschema
Renteresultaat
In het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) is voorgeschreven hoe wij de doorberekening van de rente dienen te verantwoorden. Het te hanteren renteomslagpercentage dient op een éénduidige wijze berekend te worden door alle gemeenten, zodat onderlinge vergelijkbaarheid toeneemt en beter aansluit bij de werkelijke rentekosten. Hieronder is het schema opgenomen dat inzicht verschaft tussen de rentekosten en rentedekking binnen de begroting en rekening 2023.
SCHEMA RENTETOEREKENING 2023 | Begroting primitief | Begroting na 1e Berap | Begroting na 2e Berap | Rekening voor nacalculatie | Rekening na nacalculatie | |
a | Externe rentelasten over de lange en korte financiering | 5.257.000 | 5.257.000 | 5.257.000 | 7.419.000 | 7.419.000 |
---|---|---|---|---|---|---|
a | MINUS: afrekening negatieve marktwaarde renteswap | 2.170.000 | 2.170.000 | |||
b | Externe rentebaten over de lange en korte financiering | 734.000 | 2.234.000 | 4.409.000 | 4.731.000 | 4.731.000 |
Saldo rentelasten en rentebaten | 4.523.000 | 3.023.000 | 848.000 | 518.000 | 518.000 | |
MINUS: | ||||||
c1 | Doorberekende rente aan bouwgronden in exploitatie | 42.000 | -105.000 | -105.000 | -105.000 | -105.000 |
c2 | Rentelasten van projectfinanciering die aan de betreffende taakvelden moeten worden toegerekend | 675.000 | 675.000 | 675.000 | 675.000 | 675.000 |
PLUS: | ||||||
c3 | Rentebaten van doorverstrekte leningen die aan de betreffende taakvelden moeten worden toegerekend | 428.000 | 428.000 | 428.000 | 428.000 | 428.000 |
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente | 4.234.000 | 2.881.000 | 706.000 | 376.000 | 376.000 | |
PLUS: | ||||||
d1 | Rentevergoeding over eigen vermogen (reserve Gebiedsbeheerplan) | 91.000 | 93.000 | 93.000 | 93.000 | 93.000 |
d2 | Rentevergoeding over contante waarde voorziening (bouwgronden in exploitatie) | 253.000 | 318.000 | 318.000 | 318.000 | 318.000 |
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente | 4.578.000 | 3.292.000 | 1.117.000 | 787.000 | 787.000 | |
e | De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) | 4.105.000 | 1.754.000 | 1.754.000 | 1.754.000 | 789.000 |
f | Renteresultaat op het taakveld treasury (exclusief afrekening renteswap) | -473.000 | -1.538.000 | 637.000 | 967.000 | 2.000 |
g | Afwijking in % | -10,33% | 122,87% | 0,25% | ||
f | Renteresultaat op het taakveld treasury (inclusief afrekening renteswap) | -473.000 | -1.538.000 | 637.000 | -1.203.000 | -2.168.000 |
Toelichting renteresultaat 2023
In de primitieve begroting was voorzichtigheidshalve uitgegaan van gemiddeld 0% voor rente op de overliquiditeit in 2023. Zoals uit het schema rentetoerekening hierboven onder regel b blijkt is tot en met de 2e Berap reeds in totaal € 3.675.000 (€ 4.409.000 minus € 734.000) gemeld als extra externe rentebaat over deze overtollige liquide middelen. Uiteindelijk zijn de totale externe rentebaten uitgekomen op € 4.731.000.
In de 1e Berap is het gehanteerde rentepercentage voor de integraal gefinancierde activa door deze externe rentebaten bijgesteld van 0,90% naar 0,40%. Dit is zichtbaar onder regel e als zijnde een verlaging van € 4,1 miljoen naar € 1,7 miljoen.
Omdat nog onduidelijk was of Deutsche Bank de breekclausule in het contract van de renteswap zou uitoefenen en zo ja tegen welke negatieve marktwaarde dit zou plaatsvinden konden wij in de 2e Berap de renteomslag niet verder aanpassen. Ook omdat wij ervan uit gingen dat het conform de notitie rente noodzakelijk zou zijn om deze rentelast die dan in 1 keer zou worden genomen in 2023 middels de renteomslag door te berekenen aan de integrale gefinancierde vaste activa.
Echter nadat Deutsche Bank begin december had aangegeven de renteswap te willen ontbinden hebben we voor de zekerheid de Commissie BBV om advies gevraagd. Zij gaven als advies om het te betalen bedrag aan negatieve marktwaarde op de renteswap toch buiten de rente-omslag berekening te houden. Wel meenemen zou een grillig beeld van de rente-omslag geven en het inzicht niet versterken. Dit advies hebben wij opgevolgd zodat deze € 2.170.000 wel op het Taakveld Treasury is verantwoord maar niet is meegenomen in de aan taakvelden toe te rekenen rente.
Hierdoor is het verschil tussen de toegerekende rente aan de taakvelden (renteomslag) en de werkelijke rentelast ver boven de toegestane 25% afwijking uitgekomen, zodat ultimo 2023 er nogmaals een herberekening van het gehanteerde rentepercentage voor de integraal gefinancierde activa heeft plaatsgevonden van 0,40% naar uiteindelijk 0,18%. Het gehanteerde rentepercentage voor de bouwgronden in exploitatie is conform de voorgeschreven berekeningswijze uit de notitie Grondbeleid in begroting en jaarstukken (2019) uitgekomen op 1,10%, terwijl in de begroting was uitgegaan van 1,15%.