Home

Paragrafen

Beoordeling weerstandsvermogen

Conform de door de raad vastgestelde beleidskaders – nota risicomanagement en weerstandsvermogen 2018 van 9 november 2018 -   heeft een calculatie plaatsgevonden van de geïnventariseerde risico's met maart 2023 als peilmaand. In totaliteit is een risicobedrag gecalculeerd van circa € 61,8 miljoen. Bij de berekening van dit bedrag zijn de uitgangspunten gehanteerd zoals vastgelegd in de hierboven genoemde door de raad vastgestelde nota weerstandsvermogen en risicomanagement.

In vergelijking tot de peiling in de voorgaande risico-inventarisaties is de volgende ontwikkeling waar te nemen:

Peilingsmaand

Risico Bedrag

Dekkingspercentage gerealiseerd  met beschikbare weerstandscapaciteit

Procentuele aandelen posten met:

Hoog risico

Midden risico

Laag risico

Maart 2019

33,0 miljoen

82%

28%

51%

21%

Augustus 2019

34,8 miljoen

87%

33%

51%

16%

Maart 2020

44,0 miljoen

109%

33%

42%

15%

Augustus 2020

48,1 miljoen

96%

40%  1)

51%  1)

9%  1)

Maart 2021

56,3 miljoen

110%

25% 1)

67% 1)

8% 1)

Augustus 2021

57,9 miljoen

81%

28% 1)

49% 1)

23% 1)

Maart 2022

48,4 miljoen

119%

46%

45%

9%

September 2022

51,4 miljoen

120%

39%

51%

10%

Maart 2023

49,9 miljoen

132%

50%

38%

12%

Augustus 2023

59,4 miljoen

137%

56%

28%

16%

Maart 2024

61,8 miljoen

125%

49%

44%

7%

1) Dit zijn de verhoudingspercentages exclusief het risicobedrag € 5 miljoen voor corona. In het dekkingspercentage is dit risico wel meegenomen.

De beschikbare weerstandscapaciteit in de algemene concernreserve en post onvoorzien bedraagt € 77 miljoen. De weerstandsratio wordt berekend door de risico’s te delen door de beschikbare weerstandscapaciteit. Op basis van de beschikbare weerstandscapaciteit van € 77 miljoen en € 61,8 miljoen aan risico’s komt de weerstandsratio uit op 125% en ligt daarmee behoorlijk boven de afgesproken normratio van 80%.
Bij de begroting 2023 is - gelet op de onzekerheden vanwege de oorlog in Oekraïne en extreme prijs- en loonontwikkelingen - de weerstandsratio voorlopig op 120% gesteld.

In de nota risicomanagement en weerstandsvermogen is de motivering opgenomen hoe de normratio is bepaald. De belangrijkste overwegingen om van 0,8 (80%) uit te gaan en niet van 1,0 (100%),  zijn dat we alleen de algemene concernreserve en de post onvoorzien als beschikbare weerstandscapaciteit aanmerken en niet de nog niet aangewende middelen uit de diverse bestemmingsreserves. Ook laten we de stille reserves buiten beschouwing. Verdere overwegingen zijn door proactief op de risico’s te sturen beperken we de daadwerkelijke risico’s en niet alle risico’s zullen zich tegelijk in één jaar voordoen. De ervaringen uit het verleden bevestigen dit beeld.   
In de nota risicomanagement en weerstandsvermogen is een bandbreedte van 0,2 ten opzichte van de normratio vastgelegd waarbinnen de weerstandscapaciteit zich kan bewegen. Bij overschrijving van de bandbreedtes geldt het volgende:

  • Bij een ratio beneden de 0,6 zal het college een voorstel doen hoe binnen een halfjaar de ratio weer binnen de bandbreedte kan worden gebracht.
  • Bij een ratio boven de 1,0 zal het college een voorstel doen of het noodzakelijk is de middelen als weerstandsvermogen aan te houden of dat het surplus kan worden toegevoegd aan de incidentele bestedingsruimte.
Deze pagina is gebouwd op 07/11/2024 15:26:05 met de export van 07/11/2024 15:11:48